bn.,
1. betekenis hebbende;
2. van betekenis, van gewicht, van belang: een beduidende som; beduidende verliezen. Opm.: attr. is beduidend in deze betekenis geen stellig germ. maar wordt thans wel als zodanig gevoeld; het predikatieve gebruik is wel een stellig germ. en dus volstrekt afkeurenswaardig.