Philippe de Remy (ook: Rémi), sire de, Frans rechtsgeleerde en schrijver, *ca. 1250 omgeving van Beauvais of Orléans, ♱7.1.1296 Pont-Sainte-Maxence. Van 1279—82 was hij baljuw van Clermont en Beauvaisis, vervolgens van Vermandois (1289), Touraine (1291) en Senlis (1292).
In opdracht van Robert van Clermont (broer van Lodewijk IX, de Heilige) maakte hij een systematische optekening van het recht van Beauvaisis (1280—82), die de Coutumes van Beauvaisis genoemd wordt. Hij bleef het werk aanvullen, waarbij hij m.n. gebruik maakte van de nieuwe koninklijke wetgeving (établissements), het Romeins en kerkelijk recht en het Noordfranse (vooral Parijse) gewoonterecht.De bijnaam ‘le premier grand jurisconsulte français’ is aan Beaumanoir gegeven voor zijn in het Frans geschreven werk, dat tot de belangrijkste middeleeuwse Franse rechtsboeken wordt gerekend. Hij schreef verder een aantal minnedichten, de fabliau La fole larguece en de romans La Manekine en Jehan et Blonde. Uitgaven: Coutumes de Beauvaisis door A.Salmon (2 dln. 1899-1900; herdr. 1970; dl. 3 door G.H.Hubrecht, 1974), Oeuvres poétiques door H.Suchier (2 dln. 1884—85).
LI TT. C.V.Langlois, La vie en France au moyen âge d’après quelques moralistes mondains du temps (1924).