Ned. staatsman, 27.12.1801 ’s-Gravenhage, ♱5.1.1891 ’s-Gravenhage; neef van Jean Chrétien Baud. Baud was medewerker van Van den Bosch bij het invoeren van het Cultuurstelsel.
In 1833 was Baud resident van Kediri, in 1838 van Semarang en van 1841—45 was hij directeur van het departement van Cultures in Ned.Indië. In 1845 keerde hij in Nederland terug en werd hij minister van Koloniën (1848).In 1849 trad hij af wegens een conflict met zijn medewerkers over de I vraag of de contracten met de Ned. Handel-Maatschappij al dan niet wettelijke bekrachtiging behoefI den. Baud vond dat de Staten-Generaal met de koloniën niets te maken hadden. Hij was voorstander van de >batig slot-politiek en tegenstander van recht van vereniging, drukpers- en godsdienstvrijheid in Indië, terwijl hij aan de Raad van Indië slechts een adviserende taak wenste toe te kennen. Baud werd in 1858 lid van de Raad van State. Onderhandelingen in 1861 om hem opnieuw tot minister van Koloniën te benoemen sprongen af op de door hem gestelde voorwaarden.
