Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Bathyscaaf (batyscaaf)

betekenis & definitie

[Gr. bathys, diep, skafos, boot], m. (-scafen), een vrij varend duiktoestel voor grote diepten.

De bathyscaaf werd uitgevonden door de Zwitser Auguste Piccard. Diens zoon Jacques bereikte tezamen met de Amerikaan Donald Walsh op 23.

1. 1960 met de ‘Trieste’ een diepte van 10910 m in de Marianentrog, bij Guam in de Grote Oceaan. De bathyscaaf bestaat uit een drijflichaam met daaronder een gondel (achtereenvolgens te vergelijken met omhulsel en mand van een ballon). Het drijflichaam is een torpedovormige tank die vrij licht uitgevoerd kan zijn, omdat hij aan de onderzijde openingen heeft waardoor de druk binnen en buiten de tank gelijk is. De tank wordt gevuld met een vloeistof waarvan de volumieke massa kleiner is dan die van water, b.v. benzine, ter verkrijging van het vereiste drijfvermogen. Een gas is onbruikbaar omdat het te samendrukbaar is, waardoor op grote diepte de verplaatste waterhoeveelheid te gering zou zijn.

Bestuurder en waarnemer nemen plaats in de van vensters voorziene kogelvormige gondel. Deze is zeer zwaar uitgevoerd om de grote waterdruk te kunnen weerstaan; op 11 km diepte ca. 110 N/mm2 (ca. 1100 at). Dalen is mogelijk door vloeistof te laten ontsnappen, stijgen door met elektromagneten vastgehouden ballast (staalkorrels) los te laten. Met behulp van schroeven, aangedreven door elektromotoren en waterstraal-voortstuwing kan de bathyscaaf onder water langzaam voortbewegen. Er bestaan al verschillende typen bathyscafen.

LITT. A.Piccard, Aux fonds des mers en bathyscaphe (1954); D.Phillips-Birt, The future of ships (1970).

< >