o. (-nomen), (ook: basalioom), veelal goedaardige vorm van huidkanker die uitgaat van de onderste laag van de opperhuid (stratum basale).
Het basaalcelcarcinoom bestaat dan ook uit cellen die sterke gelijkenis vertonen met de cellen van het stratum basale. Als regel is het een relatief goedaardig carcinoom, dat slechts langzaam groeit; metastasen (uitzaaiingen) zijn uitermate zeldzaam, maar het basaalcelcarcinoom heeft soms wel de neiging, infiltratief door alle weefsels te groeien en zo tot grote verwoestingen te leiden. Een van de oorzaken van het basaalcelcarcinoom is langdurige zonlicht-bestraling, vandaar dat de aandoening veelal voorkomt in het gelaat bij oudere mensen die beroepshalve veel in de buitenlucht verblijven, b.v. boeren, zeelui, of bij blanken die lang in de tropen hebben vertoefd. Het basaalcelcarcinoom begint meestal als een kleine verhevenheid met typische paarlmoerglans, vooral langs de randen. De aandoening bloedt gemakkelijk; dikwijls ontwikkelt zich op den duur een hardnekkig zweertje, dat zich langzaam uitbreidt. Behandeling met röntgenbestraling geeft in de regel uitstekende resultaten, zie huidkanker.