Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Bandeloos

betekenis & definitie

bn. en bw. (-lozer, meest bandeloos),

1. (van hartstochten) niet beperkt door enig gevoel van eer, schaamte, bedachtzaamheid;
2. (van pers.) zich niet aan behoorlijke tucht onderwerpende, wild, onordelijk: een bandeloze troep;
3.
zonder banden (= ligamenten), een ziekteverschijnsel bij runderen (zie bandeloosheid).

< >