Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Bambara1

betekenis & definitie

Bambara1 - (Banmana), bewoners van het gebied van de bovenloop van de Niger (tussen Bamako en Ségou), talrijkste bevolkingsgroep in de republiek Mali; schatting 1955: 820000. In de 17e eeuw breidden de Fulani hun macht over de toen weinig georganiseerde Bambara geleidelijk uit en werd de grondslag gelegd voor een groot rijk, waarvan Ségou in de 18e en 19e eeuw het centrum vormde en dat zich op het hoogtepunt van zijn macht uitstrekte tot Timboektoe en de Zwarte Volta. De Bambara hebben in de tweede helft van de 19e eeuw hardnekkig weerstand geboden aan de vanuit het noordwesten opdringende geïslamiseerde Toucouleur, maar zij moesten uiteindelijk het onderspit delven. Kreeg de islam in die tijd nauwelijks aanhang, tegenwoordig wint hij steeds meer terrein.

In 1890 bezetten de Fransen Ségou en in 1893 was het hele rijk onder Frans gezag geplaatst. De Bambara zijn landbouwers. De Fransen hebben moderne agrarische methoden geïntroduceerd; rijst, aardnoten en katoen maken nu een belangrijk deel van de export uit.

Kunst. De Bambara vertonen een rijke variëteit aan maskers, ceremoniële figuren, marionetten en rituele voorwerpen. Vooral rondom het thema van de antilope zijn vele varianten bekend, o.a. het Tjiwara-opzetmasker, dat op het hoofd van de danser gedragen wordt, bevestigd aan een gevlochten mandje. De mannelijke vorm bestaat uit één antilope, de vrouwelijke vorm uit een antilope, die een jong op de rug draagt. Deze opzetmaskers worden gebruikt tijdens de agrarische dansrituelen in de zaaitijd teneinde een goede oogst te verkrijgen. Tjiwara vertegenwoordigt hier het werken op het land.

De voorzetmaskers van de Bambara behoren tot twee grote genootschappen, de N’Domo en de Koré. De N’Domo-maskers hebben menselijke trekken, zijn bedekt met kaurischelpen en hebben op het hoofd vijf tot acht vingers staan, die elk een betekenis hebben. De Koré-maskers stellen een sterk gestileerde leeuw of hyena voor, die tijdens de dansen elkaars tegenhangers zijn.

Daarnaast kent men de grote Bougoundi-beelden (grote koningin). Deze dienen vermoedelijk als vruchtbaarheidsbeeld.

Litt. V. Paques, Les Bambara (1954); D. Zahan, Sociétés d’initiation Bambara (1960); R. Goldwater, Bambara sculpture of the western Sudan (1960); E. Beuchelt, Kulturwandel bei den Bambara von Ségou (1962).

< >