v./m. (-ten) (vroeger ook ‘luchtzak van Meusnier’), een kleine opblaasbare ballon of luchtdichte ‘zak’.
Zij wordt ondergebracht in het met gas gevulde draaglichaam van een luchtschip van het slappe of half-stijve type, en dient om de druk van het gas op het omhulsel constant te houden, zodat de strakke vorm van het draaglichaam (en daarmee de verplaatste luchthoeveelheid) niet verandert. Alsnl. de temperatuur van het gas daalt, hetgeen b.v. meestal bij het stijgen naar hogere luchtlagen voorkomt, wordt de spanning van het gas en dus de druk op het omhulsel kleiner (wet van Boyle-Gay-Lussac) en kan dat zijn strakke vorm gaan verliezen. Ook het onvermijdelijke gasverlies werkt daaraan mee. Door nu de ballonet met lucht op te blazen, wordt de met gas gevulde ruimte kleiner en zal volgens de wet van Boyle de spanning van het gas en dus de druk op het omhulsel weer toenemen. Als de temperatuur van het gas oploopt, kan men uiteraard lucht uit de ballonet doen ontsnappen en daarmee de druk op het omhulsel verlagen. De ballonet is dus een drukregelaar.
De door haar bewerkstelligde constante druk zorgt er tevens voor dat bij het dalen minder lucht van onderen binnendringt en zich met het gas vermengt. De ballonet wordt ook toegepast bij kabelballons van grote afmetingen, waardoor het tijdens het gebruik optredende gasverlies aanmerkelijk wordt gereduceerd.