[Fr., eigenlijk: grote bal], m. (-s),
1. grote met gas gevulde bol, lichter-dan-lucht-vaartuig dat zich, uitsluitend door de wind voortbewogen, kan verplaatsen ;
2. bolvormig vat (met kraan);
3. bolvormige licht doorlatende kap om lampen en gaspitten geplaatst om de scherpte van het licht te temperen;
4. bol van elektrische lampen;
5. lampion;
6. sprong bij het ballet .
BALLET.
De ballon is een zodanige sprong dat de danser van de grond omhoog lijkt te stuiten. De term geldt meer het gemak en de lichtheid van beweging dan de hoogte van de sprong.
LUCHTVAART.
De materialen waaruit een ballon met toebehoren (afb.) is opgebouwd, hebben alle een grotere volumieke massa (p) dan de in de dampkring voorkomende lucht. Om het geheel toch per eenheid van volume lichter te maken dan lucht, wordt het omhulsel uit geprepareerd doek of nylon (de eigenlijke ballon) gevuld met:
1. hete, dus met kleinere p, lucht: de zgn. hete-luchtballon of montgolfière naar de uitvinders de gebroeders J. en E. Montgolfier;
2. een gas met kleinere p dan lucht: de zgn. gasballon of charlière naar de uitvinder J.A. C.Charlier. Beide systemen worden heden ten dage nog toegepast.
Het ontstaan van een stijgkracht op een zich in de lucht bevindende ballon berust op de wet van Archimedes: de opwaartse kracht op een ballon is gelijk aan het gewicht van de door de ballon verplaatste hoeveelheid lucht. Is nu draagkracht = gewicht van ballon met toebehoren + gewicht van de bemanning + gewicht van de zakken ballast, dan zijn de verticale krachten in evenwicht en zal de ballon stijgen noch dalen. In deze toestand dient de ballon te verkeren om gereed te zijn voor de start. Hij wordt in deze toestand gebracht nadat hij gevuld is en de bemanning aan boord is gegaan. Het aantal zakken met zandballast, elk van meestal 15 kg, die met haken aan de buitenkant van de mand zijn gehangen, worden dan vermeerderd of verminderd totdat blijkt dat, als de helpers die de mand vasthouden, deze even loslaten, de ballon wèl de neiging vertoont om op te stijgen, maar toch nèt niet omhoog gaat. De ballon is dan ‘afgewogen’ en startklaar. De hoeveelheid ballast kan men berekenen door van de draagkracht af te trekken: het gewicht van ballon met voorgeschreven toebehoren (genoteerd op het bewijs van luchtwaardigheid) en het totale gewicht van bemanningsleden en hun uitrusting.
Na het startsein giet de commandant uit een ballastzak wat zand waardoor het evenwicht weer is verbroken en de nu losgelaten ballon omhoog zal gaan. Hoe meer zand wordt uitgeworpen, hoe sneller de ballon stijgt. De ballonvaart is dan begonnen.
Is de ballon met een kabel aan de grond verbonden en zodoende in zijn bewegingsvrijheid beperkt, dan wordt hij kabelballon genoemd.
LITT. J.Boesman, Ballonsport (1946).