Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Bahaïsme (behaïsme)

betekenis & definitie

o., een uit het babisme voortgekomen leer of godsdienst.

Het is zo genoemd naar Baha’oellah, die in 1866 te Akko in Palestina als leider van de babi’s optrad en in conflict kwam met zijn broer Mirza Jahja. Baha’oellah werd opgevolgd door zijn zoon Abdoel-Baha.

Door haar universaliteit vond de prediking van Baha’oellah weerklank in de hele wereld. Grondbeginselen: eenheid van God, de eenheid van zijn boodschappers (manifestaties), de eenheid der mensheid, een zelfde grondslag van alle religies, gelijkwaardigheid van man en vrouw, overeenstemming tussen godsdienst en wetenschap. Men streeft naar een wereldgemenebest en wereldvrede, naar algemene en verplichte opvoeding. De bestuursorde bestaat uit Raden op plaatselijk, nationaal (119) en internationaal niveau. Het Bahaï-Wereldcentrum bevindt zich te Haifa op de berg Karmel waar ook het mausoleum van de Bab staat. Nationale centra bevinden zich o.a. te ’s-Gravenhage en Brussel. Het totaal aantal aanhangers bedraagt ruim 1 mln.

LITT. R.Joekel, Die Glaubenslehren der Baha’iReligion (1951).

< >