Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Bach, carl philipp emanuel

betekenis & definitie

Duits componist, *8. 3.1714 Weimar, ♱l4.12.1788 Hamburg; zoon van Johann Sebastian Bach. Bach werd in 1738 hofklavecimbelspeler aan het hof van Frederik de Grote die zelf zeer muzikaal was.

Bach was een groot klavierpedagoog en schreef een beroemde verhandeling Versuch über die wahre Art das Klavier zu spielen. In 1768 werd hij aangesteld tot muziekdirecteur te Hamburg.Als klaviercomponist was hij een typisch vertegenwoordiger van de ‘Empfindsamkeit’ en ‘Sturm und Drang’. Deze heeft hij vooral beoefend in vele klaviercomposities (waarbij hij een sterke voorkeur aan de dag legde voor het clavichord). Hij schreef o.a. een zestal Klaviersonaten fiir Kenner und Liebhaber, een groot aantal Klavierstücke verschiedener Art, voorts kamer- en kerkmuziek, cantates, oratoria enz.

LITT. O.Vrieslander, C.P.E.Bach (1923); H.Miesner, C.P.E.Bach in Hamburg (1929); E.F.Schmid, C.P.E.Bach und seine Kammermusik (1931); G. Busch, C.P.E.Bach und seine Lieder (2 dln. 1957); E.Suchalla, Die Orchestersinfonien C.P.E.Bachs (diss. 1968).

< >