m. (-’s), hertzwijn.
De babiroesa, Babirussa babirussa, is een wild varken (zie varkens) van de Indische Archipel (Sulawesi, Buru, Sula- en Togianeilanden), voornamelijk gekenmerkt door de sterke groei van de slagtanden in de bovenkaak. Bij het mannetje zijn de hoektanden in de bovenkaak naar achteren gebogen doorgegroeid, waarbij huid en schedel zelfs doorboord kunnen worden. Vergeleken met de andere varkens zijn deze tanden meer naar de middellijn van de kaak verplaatst. De grijze huid is vrijwel naakt en de poten zijn naar verhouding lang en slank. De totale lengte van het varken is meer dan 1 m, schouderhoogte ca. 80 cm. In tegenstelling tot de meeste andere varkens dragen de jonge babiroesa’s geen jeugdkleed. Het hertzwijn is door het kleine verspreidingsgebied kwetsbaar en 41 op veel plaatsen zeer zeldzaam geworden.
