Clement Richard, Brits politicus, *3.1.1883 Londen, ♱18.10.1967 Londen; zoon van een advocaat en zelf ook advocaat. Oorspronkelijk conservatief verschoof Attlees politieke voorkeur naar links door zijn kennismaking met de armoede van het Londense East End waar hij van 1907 -22 woonde.
Hij sloot zich aan bij de Fabian Society en de Labour Party. Hij werd lector in de sociale wetenschappen aan de London School of Economics.Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende hij als officier aan verschillende fronten. In 1919 werd Attlee burgemeester van Stepney, in 1922 lid van het Lagerhuis. In het eerste en tweede Labour-kabinet was hij resp. onderminister van Oorlog (1924) en postmaster general (1930—31). Sinds 1931 was hij leider van de parlementaire oppositie. In 1940 was hij als grootzegelbewaarder lid van Churchills oorlogskabinet, sinds 1942 als vice-premier en minister voor de Dominions. Hij was premier van het eerste homogene Labourkabinet, 1945-51.
Deze jaren vormden enerzijds Labours grote periode, waarin sociale wetgeving (nationale gezondheidszorg) en nationalisaties tot stand kwamen; anderzijds waren het de jaren van aanpassing aan de realiteit dat Engeland niet meer de voornaamste wereldmogendheid was. Bij het dekolonisatieproces (Birma en Ceylon 1946, India en Pakistan 1947) was Attlee nauw betrokken.
In de koude oorlog plaatste hij, samen met Bevin, Engeland zonder aarzelen in het westelijke kamp, waarvan hij de Amerikaanse leiding erkende. Van 1951—55 was Attlee weer leider van de oppositie. In 1955 trad hij af als partijleider, werd in de adelstand verheven en kwam in het Hogerhuis als graaf van Prestwood. Werk: As it happened (1954). LITT. F.Williams, A prime minister remembers (1962).