Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 26-08-2021

Attitu'de

betekenis & definitie

[Fr.], v. (-s, -n),

1. een onder invloed van ervaring ontstaan, in zekere mate duurzaam en samenhangend geheel van opvattingen en gevoelens met betrekking tot aspecten van de sociale werkelijkheid, dat basis tot handelen kan zijn ;
2. een bepaalde danshouding waarbij het lichaam op één been rust en het andere been in de knie gebogen achterwaarts geheven is, waarbij de corresponderende arm iets langs het hoofd gebogen wordt .

DANSKUNST. In de klassieke danskunst is de attitude een vermaarde pose, ontleend aan de houding van het standbeeld te Florence van Mercurius door Giovanni da Bologna (16e eeuw).

PSYCHOLOGIE. Het begrip attitude heeft als functie het verklaren van het gedrag van mensen en is als zodanig een van de hoofdonderwerpen van de sociale psychologie. Over het algemeen wordt aangenomen, dat attitudes van een persoon een mate van samenhang vertonen, zowel gezien in de tijd, als tussen (onderdelen van) attitudes. Het meeste onderzoek in de sociale psychologie heeft betrekking op de onderlinge overeenkomst tussen opvattingen (cognitieve consistentie). Daarbij is b.v. gebleken dat, ondanks soms grote individuele verschillen, politieke attitudes van een persoon onderling meer samenhangen dan politieke attitudes met b.v. religieuze.

Attitudes betreffen niet alleen maar opvattingen over objecten, maar ook gevoelens en waarden die ten grondslag liggen aan de beoordeling van gebeurtenissen. Volgens Rokeach kan men zelfs alle attitudes in laatste instantie opvatten als uitdrukking van waarden. Waarden maken het mede mogelijk in een steeds veranderende wereld te komen tot ordening, zekerheid en zingeving.

De belangstelling voor attitudes is na publikatie van het onderzoek naar de -»-autoritaire persoonlijkheid sterk toegenomen.

Daarbij heeft men algemeen aangenomen dat attitudes in hoge mate het gedrag bepalen. Latere onderzoekingen toonden aan dat er niet meer bestaat dan een zekere relatie. Attitudes hebben wel invloed op het gedrag, maar dat geldt ook voor andere factoren, zoals de situatie, de persoonlijkheid e.d. Verder is gebleken dat attitudes onder invloed van gedrag kunnen veranderen.

Attitudes worden gevormd onder invloed van verschillende factoren. Over het algemeen is de invloed van de omgeving op kinderen groter dan op volwassenen, bij wie de persoonlijkheid belangrijker is. Dit is echter een gradueel verschil. Attitudes die in de jeugd zijn gevormd blijven over het algemeen relatief constant. Al naar gelang de ervaringen ontwikkelen zich nieuwe attitudes. Invloedrijk hierbij zijn naast het gezin, de buurt en de school, de groep leeftijdsgenoten (de ‘peer-group’) en de massamedia (zie socialisatie).

Er zijn diverse theorieën met betrekking tot het veranderen van attitudes, die men in drie categorieën kan indelen:

1. cognitieve theorieën (o.a. Festinger, Heider);
2. leertheorieën (o.a. Hovland, Campbell);
3. persoonlijkheidstheorieën (o.a. Katz, Rokeach).

Cognitieve theorieën leggen de nadruk op de verwerking van informatie, m.n. hoe nieuwe informatie, die tegenstrijdig is aan oude opvattingen, wordt verwerkt. De leertheorieën gaan ervan uit dat attitudes kunnen veranderen door nieuwe informatie. Deutsch en Collins hebben beschreven hoe attitudes van blanken en negers over elkaar kunnen veranderen door ze (onvoorbereid) in één flatgebouw te huisvesten. Sommigen weigerden hun flat, maar de meesten moesten (door de omstandigheden gedwongen) hun flat aanvaarden.

Na enige tijd werd onderzocht hoe attitudes waren veranderd. Daarbij bleek dat men over het algemeen positiever over elkaar was gaan denken, elkaar had leren aanvaarden. De persoonlijkheidstheorieën tenslotte stellen persoonlijke behoeften en waarden centraal (zie afweermechanismen).

De studie van attitudes is op uiteenlopende gebieden van belang gebleken. Zowel de litteratuuronderzoekers als de praktijkmensen houden zich bezig met het veranderen van het gedrag van mensen. Belangrijke thema’s zijn het ontstaan of verdwijnen van vooroordelen, het overtuigen van personen met afwijkende meningen (op religieus of politiek gebied), het vormen van opinies over zaken of gebeurtenissen met belangrijke sociale implicaties, het verloop van interpersoonlijke attractie e.d.

LITT. M.Deutsch en M.E.Collins, Interracial housing, a psychological evaluation of a social experiment (1951); L.Festinger, H.W.Riecken en S. Schachter, When prophecy fails (1956); M.Rokeach, The open and closed mind (1960); M. Fishbein (red.), Readings in attitude theory and measurement (1967); C.A.Kiesler, B.E.Collins en N.Miller, Attitude change: a critical analysis of theoretical approaches (1969); P.G.Zimbaro en E. B.Ebbesen, Influencing attitudes and changing behavior (1969); Th.W.Adorno (enz.), The authoritarian personality (1969); D J.Bern, Beliefs, attitudes and human affairs (1970); K.Thomas, Attitudes and behaviour (1972); N.Warren en M.Jahoda, Attitudes (1973); M.Rokeach, The nature of human values (1973).

< >