een aangeboren hartafwijking waarbij er een opening bestaat in de scheidingswand (septum) tussen de rechter- en de linker hartboezem. Afhankelijk van de wijze van ontstaan en de plaats van het defect kan men enige typen onderscheiden.
De afwijking komt vooral bij meisjes voor en is soms gecombineerd met andere hartafwijkingen. Door de abnormale opening kan zuurstofrijk bloed terugstromen vari.de linker naar de rechter hartboezem en tot overbelasting van de rechter hartboezem, de rechter hartkamer en de longbloedvaten leiden.De patiënten kunnen achterblijven in lengtegroei maar zien er gewoonlijk niet blauw uit (zie cyanotisch). Aan het hart is een duidelijk geruis te horen. De afwijking kan door cardiologisch onderzoek vastgesteld worden. Operatieve behandeling is soms gewenst.