Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 26-08-2021

Atoomspectrum

betekenis & definitie

o. (-s, -tra), spectrum dat gevormd kan worden uit straling waarvan een deel door atomen is geabsorbeerd, of uit straling die door atomen wordt uitgezonden.

Atomen kunnen, evenals moleculen, straling absorberen of uitzenden, echter slechts in bepaalde hoeveelheden (zie quantum) van bepaalde hv, dus licht van bepaalde frequentie of golflengte. Hierbij gaat het atoom, of liever een van de elektronen, over in een ander energieniveau (zie absorptiespectrum). Atomiseert men een stof, b.v. in een vlam (waarbij de moleculen door verhitting dissociëren tot atomen), dan kunnen zij hun specifieke golflengte absorberen uit licht, dat door de vlam valt. In een spectroscoop ziet men dan donkere lijnen in het spectrum, b.v. in het zonnespectrum de Fraunhoferlijnen, afkomstig van de atomen in de atmosfeer van de zon die het licht van de zonnekern hebben geabsorbeerd. In de scheikundige analyse wordt deze methode van de atomaire absorptie toegepast door het licht van een te bepalen element (b.v. een kwiklamp voor de analyse van kwik) door een vlam te laten vallen, waarin een oplossing van het te analyseren mengsel wordt verstoven.

Als daarin het element aanwezig is zal dit, naar mate van zijn concentratie, dit licht absorberen. Deze methode is zeer gevoelig (enkele delen per miljoen) en toepasbaar voor vele elementen. De atomen in de vlam zullen, als deze heet genoeg is, ook aangeslagen worden en bij terugvallen naar de grondtoestand hun specifieke licht uitzenden (b.v. de van natriumatomen afkomstige gele kleur van een gasvlam waarin men zout strooit). Men meet dit licht in een spectroscoop of spectrometer. Deze vlamemissiespectroscopie dateert reeds van ca. 1870 (Bunsen, Kirchhoff) en veroorzaakte een omwenteling in de analyse (>emissiespectrum).

Omdat bij de temperatuur van een vlam slechts de elementen uit de eerste twee kolommen van het periodiek systeem worden aangeslagen, past men voor analyse van de meeste overige elementen verdamping in de elektrische boog toe (emissiespectrografie). Men registreert fotografisch of fotoëlektrisch. In 1966 kwam de atomaire fluorescentie tot ontwikkeling, waarbij de quanta worden gemeten die na de absorptie door het atoom weer worden uitgezonden. De gevoeligheid van deze methode wordt in delen per miljard uitgedrukt.

< >