o. (-schepen), ook: (kern)reactorschip, een stoomschip waarin de stoom wordt opgewekt met behulp van kernenergie.
De constructie van het schip vereist speciale voorzieningen tegen stralingsgevaar en de technische staf omvat specialisten op het gebied van zie kernenergie en reactorbediening. Tegenover de aanzienlijk hogere bouw- en uitrustingskosten in vergelijking tot die van een conventioneel stoomschip, staat, dat dit laatste op gezette tijden moet bunkeren (brandstof innemen), hetgeen ten koste gaat van de reisduur, terwijl een atoomschip slechts eenmaal per drie jaar of langer enkele dagen uit de vaart moet om van nieuwe splijtstofelementen te worden voorzien.
Het eerste (1959) atoomschip ter koopvaardij was de ‘Savannah’ onder Amerikaanse vlag. Het is inmiddels alweer uit de vaart genomen daar het experiment als voltooid en geslaagd beschouwd werd als basis voor verdere ontwikkeling. De Duitsers volgden met de ‘Otto Hahn’ en de Japanners met de ‘Mutsui’. De USSR heeft in de Noordelijke Ijszee een aantal atoom-ijsbrekers varen. Wat de veiligheid betreft, is van de ‘Savannah’ bekend, dat bij een aanvaring het andere schip zich minstens 5 m in de romp zou moeten boren via een schot van 610 mm en een 450 mm dikke bescherming rond de reactor, aleer deze te raken.