Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Atatürk

betekenis & definitie

Atatürk - Kemal, oorspronkelijk Mustafa Kemal, Turks officier en politicus, *ca.1880 Saloniki, †10.11.1938 Istanbul; zoon van een douane-ambtenaar. Atatürk volgde de officiersopleiding maar werd na zijn bevordering tot kapitein wegens politieke activiteit verbannen naar Damascus (1905). Hij behoorde tot de stichters van het geheime genootschap Vatan (= vaderland; 1906). Na de Jongturkse omwenteling kreeg hij belangrijke commando’s. Atatürk onderscheidde zich in 1911 in Tripolis tegen de Italianen, was van 1913 — 15 militair attaché te Sofia en deed vervolgens van zich spreken door zijn uiterst bekwame verdediging van de Dardanellen tegen de Engelsen.

Daarna bezorgde zijn beleid aan het Kaukasische front hem de titel pasja (vandaar zijn naam: Kemal Pasja). In de laatste fase van de oorlog leidde hij de Turkse terugtocht uit Palestina en Syrië. Na de wapenstilstand van 1918 stuurde de sultan hem naar Anatolië om te zorgen, dat de vernederende voorwaarden ook werden nageleefd, maar Atatürk sloot zich daar aan bij de rebellen, wier leider hij werd. Na wisselvallige strijd slaagden zijn troepen erin de door Engeland gesteunde Grieken in zee te drijven (1922). Daarna wist Atatürk revisie van de voor Turkije zeer ongunstige Vrede van Sèvres door te zetten (Vrede van Lausanne, 1923). Atatürk die in 1921 de titel ghazi (= overwinnaar) had gekregen, werd de eerste president van de toen tot stand gekomen Turkse republiek, die hij door zijn krachtige seculariserings- en moderniseringspolitiek een sterk vergroot internationaal aanzien bezorgde. Sinds Atatürk in 1928 decreteerde dat alle Turken een achternaam moesten aannemen, droeg hij de naam Atatürk (= Turkenvader).

LITT. J.Benoist-Méchin, Moustapha Kémal (1957); B.Lenis, The emergence of modern Turkey (1961); J.P.D.B.Kinross, Atatürk (1964).

< >