Grieks lyrisch dichter, *ca. 690 v.C. Paros, ♱ca. 640 v.C.
Naxos; zoon van een adellijke vader, Telesikles, en de slavin Enipo. Door armoede gedwongen verliet hij Paros en ging naar Thasos, waar zijn overgrootvader een kolonie had gesticht; hier nam hij deel aan de strijd tegen naburige Thraciërs en ook in zijn verdere avontuurlijke leven verdiende hij zijn brood als huursoldaat; hij vond de dood op het slagveld. Een uitzicht op een comfortabeler leven bood hem zijn verloving met Neoboule, dochter van een aanzienlijk Pariër, Lykambes. Maar zij verbrak de verbintenis op instigatie van haar vader, waarop de dichter hem met de spot van zijn vlijmende verzen bestookte.Archilochos is de eerste Europese dichter van wie we weten dat hij zijn persoonlijke ervaringen en gevoelens tot hoofdthema van zijn poëzie maakte. In de oudheid werd hij op één lijn met Homeros gesteld. Van zijn werk, dat elegieën, jamben, hymnen en zegeliederen omvatte, bezitten we slechts fragmenten, in totaal ca. 250 versregels. Hij perfectioneerde niet alleen de jambische trimeter, maar verrijkte ook door combinaties van verschillende maten het uitdrukkingsvermogen van het vers. De niets ontziende openhartigheid van zijn taal is voor vele lateren voorbeeld en verontschuldiging tegelijk, ook bij de Romeinen (Catullus, Horatius). Uitgaven: door G.
Tarditi (1968); met Fr. vert. door F.Lasserre en A. Bonnard (1958); met Du. vert. door M.Treu (1959). LITT. F.Lasserre, Les épodes d’Archiloque (1950).