Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Arbeiders jeugd centrale

betekenis & definitie

(AJC), Ned. sociaaldemocratische jeugdbeweging die in 1920 onder de naam Centrale van Arbeidersjeugdbewegingen is ontstaan. De stichting ging uit van de s D A P en het Nvv.

De AJC ontwikkelde een betrekkelijk exclusief cultuurideaal dat grote delen van de arbeidersjeugd onberoerd liet en nogal wat spotlust opwekte. Dit ideaal werd gekenmerkt door ascese (alcohol, roken, alsmede snoep waren taboe) en sterke cultivering van de gemeenschap.In de manchesterpakken werd een soliditeit en eenvoud gesymboliseerd, die een groot deel van de proletarische jeugd afstootte. De NVV-leiding gaf dan ook al gauw blijk van ergernis en teleurstelling over de AJC. Onder leiding van Koos Vorrink, een meeslepend redenaar, wist de AJC echter haar eigen stijl ten volle te handhaven. Nadat Rost van Tonningen in juli 1940 door de Duitse autoriteiten tot commissaris over de ‘marxistische’ organisaties was benoemd, hief de AJC zichzelf op. Na de oorlog herwon de heropgerichte AJC niet meer haar oude elan. In 1958 werd zij opgeheven.

LITT. G.Harmsen, Blauwe en rode jeugd (1961); A.v.d.Louw, Rood als je hart (1974).

< >