Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Afkaatsen

betekenis & definitie

(kaatste af, heeft afgekaatst).

I. overg.,
1. een voorwerp dat toegeworpen wordt, afslaan voordat het treft;
2. doen terugstuiten: de hardstenen muur kaatste alle kogels af; een wit oppervlak kaatst warmtestralen af; (fig.) afweren (schertsende, bijtende of beledigende gezegden): elke spotternij wist hij geestig af te kaatsen;

II. onoverg.,

1. terug- stuiten: de kogel kaatste af;
2. iemand niet treffen, geen vat op hem hebben (van schertsende, bijtende en beledigende gezegden): al die aardigheden kaatsten af op zijn onverstoorbare kalmte

< >