af'gevaardigde, m./v. (-n),
1. iemand die door een vereniging of een machthebbend persoon met een bepaalde opdracht is gezonden;
2. lid van een vertegenwoordigende vergadering; volksvertegenwoordiger, m.n. lid van de Staten-Generaal: Huis van Afgevaardigden, parlement; de geachte afgevaardigde, gebruikelijke aanduiding van een lid in de Tweede Kamer.