Afar- en Issaland (Territoire français des Af ars et des Issas), Frans overzees gebied dat zich uitstrekt langs de Golf van Aden, 23000 km2, 156000 inw.
Hoofdstad: Djibouti. Afar- en Issaland is voornamelijk een weinig begroeide zandsteppe, af gewisseld met zwarte lavaruggen. Het klimaat is droog en heet. Gemiddelde jaartemp. in Djibouti is 30° C, als zodanig één van de warmste streken ter wereld.
De bevolking bestaat uit Issa’s (Somali’s 37%) en Afar (Danakil 27%) en voorts 6% Arabieren, 7% Europeanen en 23 % andere vreemdelingen. De Issa’s en Afar spreken beide een Hamitische taal. Velen zijn nomadische herders.
De economie van Afar- en Issaland is gebaseerd op de haven van Djibouti: export van huiden en leer; doorvoer uit Ethiopië. Belangrijk is de spoorweg Djibouti-Addis Abeba (784 km): ca. 60% van de buitenlandse handel van Ethiopië gaat over deze spoorlijn.
Het bestuur is in handen van een Uitvoerende Raad van 8 leden, verkozen door de Territoriale Vergadering van 32 gekozen leden. In de Franse Nationale Vergadering en Senaat heeft Afar- en Issaland in elk één stem.
Geschiedenis. In 1856 vestigden de Fransen zich in dit gebied, in 1883 namen zij het officieel in bezit. Bij een referendum in 1967 gaf 60% van de bevolking te kennen de bestaande associatie met Frankrijk te willen handhaven, maar in Djibouti stemde 70% (Issa’s) tegen. Dit leidde tot bloedige botsingen met de Afar. De naam van het land, dat tot dan toe Frans Somaliland heette, werd gewijzigd in Afar- en Issaland.
