acetyleen', o. (ethyn), een kleurloze gasvormige, zeer brandbare koolwaterstof, die in 1836 door H. Davy werd ontdekt.
Acetyleen, HC = CH, smeltpunt -81,8 °C (118,770 kPa (891 mmHg)), kookpunt —83 °C, p = 617,9 kg/m3 (vloeistof), kritische druk 6,24162 MPa (61,6 atm), kritische temperatuur 35,4 °C; dichtheid 910 kg/m3 (als gas ten opzichte van lucht); is sterk oplosbaar in aceton (acétylène dissous). Acetyleen kan bereid worden door waterstof bij zeer hoge temperatuur met koolstof te verhitten (laag rendement). Een lang toegepaste, industriële bereidingsmethode is de inwerking van water op calciumcarbide:
CaC, + 2H20 <-> CH + Ca(OH)2 Hierbij levert 1 kg calciumcarbide ongeveer 300 l acetyleen. Door drukverhoging en afkoeling kan acetyleen vloeibaar gemaakt worden. Vloeibare acetyleen is echter uiterst explosief. Een andere bereiding is het kraken van koolwaterstoffen met rechte ketens (Wulff-proces). Een belangrijke ontwikkeling was de produktie uit aardgas via gedeeltelijke oxidatie (Sachsse-proces):
CH4 + 20, -> C02 + 2H20 2CH4 -> C2H2 + 3H2 Tot voor een tiental jaren was acetyleen een sleutelprodukt in de organisch-chemische industrie; het heeft die plaats echter moeten afstaan aan etheen. Het dient nog als uitgangsstof bij de synthese van neopreen, vinylchloride (ook uit etheen), acrylonitril, trichloorethyleen en vinylacetaat. Verder wordt acetyleen nog toegepast bij het autogeen lassen. Acetyleen is bijzonder goed oplosbaar in aceton en wordt in deze opgeloste vorm als acétylène dissous in de handel gebracht in stalen flessen, die een poreuze massa bevatten waarin zich de aceton bevindt. 1 liter aceton lost bij 1,2 MPa (ca. 12 at) druk ongeveer 300 1 acetyleen op. Het verbrandt met sterk lichtgevende vlam (toepassing als lichtbron) onder grote warmteontwikkeling. De waterstofatomen in acetyleen zijn door metaal te vervangen (calciumcarbide). Vochtig acetyleen met koper in aanraking geeft explosief acetyleen-koper (cuprocarbide).
LITT. H.I.G.Viehe, Chemistry of acetylenes (1970).