Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

accept

betekenis & definitie

accept' [Hd. Akzept], o. (-en):

1. het accepteren van een wissel;
2. geaccepteerde wissel of geaccepteerd orderbriefje.

Door het plaatsen van een handtekening op een wisselbrief verklaart degene, aan wie wordt verzocht op een bepaald tijdstip een bepaald bedrag uit te betalen (de betrokkene), dat hij akkoord gaat. Daarmee wordt de verhandelbaarheid van de wissel vergroot. Zeker als de acceptant een huis van standing is. Door banken geaccepteerde wissels vormen het materiaal, dat op de acceptmarkt via makelaars verhandeld wordt. De acceptmarkt is een onderdeel van de discontomarkt, waar schatkistpapier en obligaties worden verhandeld. In vroeger tijden vormden deze papieren naast munten een onderdeel van de geldvoorraad. Thans worden zij als ‘geld-op-korte-termijn’ gerekend tot de ‘bijna-gelden’. Op de discontomarkt treden internationaal (Euromarkt) ook ondernemingen en instellingen op als marktpartij.

Een kredietwaardige instelling kan het initiatief nemen door kredietvragers de mogelijkheid te bieden om in naam van het accepthuis wisseltransacties te arrangeren. Met het accept van een gerenommeerde bank kunnen marktpartijen geldmarktmateriaal fabriceren, dat zij na discontering b.v. bij de centrale bank in contant geld kunnen omzetten. In dit geval is sprake van kredietcreatie; in het eerstgenoemde geval staat een veiliger organisatie van het internationale betalingsverkeer meer op de voorgrond. Beide vormen lopen in de praktijk in elkaar over. In het middeleeuwse Italië wist men het renteverbod te ontlopen door hoge acceptprovisies op wisseltransacties: bovendien kende men ruime correcties bij transformering van de ene geldsoort in de andere. In het 16e-eeuwse Antwerpen schiepen de kooplieden door juridische usances zich via accepten hun eigen geld en kredietmogelijkheden.

In het 18e-eeuwse Amsterdam werd het acceptbedrijf beoefend om internationale huizen aan leningen te helpen. Na de financiële crises van 1763 en 1772 raakte het in verval. In het 19e-eeuwse handelsverkeer tussen de VS en Europa kwam het accept weer terug. In Londen gingen speciale accepting houses over tot het systematisch verlengen van de accepttermijn: zo konden kredietnemers voor langere termijnen hun financieringsbehoefte via accepten organiseren. Er ontstond een liaison tussen de handelsgeldmarkt en de kapitaalmarkt.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog begonnen Amsterdamse kooplieden langs deze weg omvangrijke leningen te verstrekken aan oorlogvoerende partijen. Tussen 1924 en 1930 wist men Amsterdam tot de tweede markt na Londen — in de wereld te maken voor internationaal handelskrediet en kapitaalmarktzaken.

Minder ter beveiliging van het »betalingsverkeer en niet om handelskrediet te creëren, maar meer voor het organiseren van omvangrijke kapitaalmarkten, is het accept op de Euromarkt nog steeds van belang. De Engelse accepting-houses nemen in het kruisvlak van geld- en kapitaalmarkt nog steeds een pionierende positie in.

LITT. Thomson’s Dictionary of banking (1912, 2e dr. 1973); A.Houwink, Acceptkrediet (1929); R. F.van Lier, Wissels en cheques (1937); C.D.Jongman, De Ned. geldmarkt (1960); H.van der Wee, Historische aspecten van de economische groei (1972).

< >