accentueren (aksentueren) - accentue'ren (aksentueren) [Fr. accentuer], (accentueerde, heeft geaccentueerd):
1. de klemtoon leggen op;
2. het accentteken op letters of woorden plaatsen;
3. kracht, nadruk geven aan een toon, een passage;
4. (fig.) sterk doen uitkomen.