Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

Abahai

betekenis & definitie

Abahai (Abachai), Mandsjoevorst, *1592, †1643; zoon en opvolger van Noerhatsji. Voerde na diens dood (1626) eerst het bewind als khan gemeenschappelijk met drie andere prinsen, maar trok na enkele jaren alle macht aan zich.

Hij noemde zijn volk de Mandsjoes en verbood het gebruik van de oude namen die aan onderhorigheid aan de Chinezen herinnerden. In 1636 veranderde hij ook de naam van de dynastie van Chin in Ch’ing of Tj’in (‘zuivere’). Voortbouwend op het werk van zijn vader breidde hij zijn macht sterk uit: in 1635 werden de Binnenmongoolse stammen onderworpen, in 1638 werd Korea — na een herhaalde invasie — gedwongen de opperhoogheid van de Ch’ing te erkennen. De Mandsjoes voerden onder Abahai invallen uit in het eigenlijke China tot bij Peking, en wisten het Chinese gebied ten noorden van de Grote Muur te veroveren. Chinezen die zich onderwierpen werden gebruikt als militaire, culturele en ook politieke adviseurs, m.n. bij de organisatie van het bestuursapparaat naar Chinees voorbeeld.

< >