Aarschot (stad) - Aarschot, Belg. stad in de prov. Brabant (arr. Leuven), aan de Demer, op de grens van Kempen en Hageland, 17,14 km2, 12650 inw.; 50% woonforensen vooral naar Brussel en Leuven. Locaal centrum met verkeers- en marktfunctie; industrie met 2000 werknemers (recent industriepark) vooral confectie (1000 pers.) verder stokerijen en drankbereiding, meubels en houtbewerking, elektro-technische industrie.
Rond de stad nog belangrijke landbouwactiviteit met onder meer naast akkerbouw en weiden groenteteelt; op de heuvels in het zuiden fruitteelt: aardbeien en perziken. Prachtige O.L.V.-kerk (14e-15e eeuw) in Demergotiek met afwisselende lagen van Diestiaanse ijzerzandsteen, rijk interieur (o.a. koorgestoelte); gerestaureerd begijnhof (13e eeuw), ’s Hertogenmolens op de Demer (13e-16e eeuw), Orléans- of Aurelianustoren (13e eeuw), Sint-Rochustoren (15e eeuw oude schepenkamer). Sedert 11e eeuw zetel van een graafschap, in de 12e eeuw bij Brabant gevoegd, later zetel van baronie, markgraafschap en hertogdom (in bezit van de hertogen van Croy, later van Arenberg); in de late middeleeuwen bloeide er de lakenindustrie. De stad werd herhaaldelijk verwoest.
LITT. J.van Brabant, Inleiding tot de studie der gesch. en heemkunde van Aarschot (1963).