aan'loopwervel, m. (-s), in de aërodynamica de wervel die aan de scherpe achterrand van een vliegtuigvleugel ontstaat tijdens het vliegen.
De aanloopwervel (afb.1)wekt een ‘tegenwervel’ van gelijke sterkte, maar met tegengestelde draaizin, op, de zgn. circulatiestroming om de vleugel (afb.2), waaruit het ontstaan van de draagkracht kan worden verklaard. draagvleugeltheorie.