Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-12-2018

aanaarder

betekenis & definitie

aan'aarder, m. (-s), werktuig voor het op ruggen schuiven van losse grond.

Het werkende deel van een aanaarder bestaat uit een schoepvormig ploeglichaam, waaraan twee schuin naar achteren oplopende vleugels, die de grond bij het schuiven naar weerskanten geleiden. Het werktuig kan een- of meerrijig zijn; de meerrijige zijn meestal aan de hefinrichting van een trekker gebouwd. Voor de verschillende teelten en de diverse grondsoorten zijn aparte typen aanaarders ontworpen. Tegenwoordig zijn aanaarders vaak onderdelen van landbouwwerktuigen, waarmee meerdere bewerkingen in één werkgang worden uitgevoerd.

< >