aal'kwab(be), v./m. (-n), levendbarende vis, ook aalpuit, puitaal, kwabaal (Zoarsis viviparus) genoemd.
aalladder aal'ladder, v./m. (-s), band van in elkaar gevlochten stro, soms ook licht hellende, houten goot, neergezet om de glasalen op hun tocht naar de bovenlopen der rivieren te helpen natuurlijke barrières te overwinnen. zie palingachtigen.