Europa, W.-Siberië; 20 cm.
Synoniem: V.saxátilis SCOP..
Halfstruikje, opgaand groeiend met aan de voet verhoutende, behaarde twijgen. Bladeren aan de top der twijgen ongesteeld, overigens kort gesteeld, 1-2 cm lang, elliptisch tot lancetvormig, met gave of soms iets gekartelde rand, glanzend groen, kaal.
Bloeit Juni-Augustus in 2tot 6-bloemige korte trossen. Bloemen 10-12 mm in diameter, donkerblauw met purperen oog; kelkslippen lancetvormig, behaard; doosvrucht eivormig, behaard.