Gepubliceerd op 19-03-2019

Rosmarínus officinális L

betekenis & definitie

Rozemarijn Z.-Europa, Kl.-Azië; 1,5 m.

Sterk riekende, opgaand groeiende struik met zeer dunne, grijsbehaarde twijgen en bladeren, in het voorjaar bloeiend met kleine, lichtblauwe bloemen in kleine okselstandige trossen aan het einde der twijgen. Bladeren ongesteeld, 1,5-3 cm lang, lijnvormig, met iets ingerolde rand, bovenzijde glanzend groen, onderzijde grijsviltig behaard. Bloemen ongeveer 1 cm lang, in Maart-Mei; kelk iets paars getint, ongeveer even lang als kroonbuis.

Bij ons wordt deze struik zelden hoger dan 80 cm, verlangt een niet te droge zandgrond en kan wat schaduw verdragen; wordt gekweekt door scheuren, van zaad of van late zomerstek.

< >