Virginische troskers O.- en M.-N.-Amerika, Z.-Canada, Br. Columbië; 10 m.
Synoniem: Pádus virginiána ROEM..
De „Choke Cherry” vormt een hoog opgroeiende struik of kleine boom die in bladvorm zeer veel op Prúnus pádus gelijkt; de bladeren bij deze soort zijn echter aan de bovenzijde matglanzend donkergroen, met iets ingezonken nerven, terwijl de bloemtrossen niet hangen, doch afstaan en de bloemen niet gelijk open zijn; ook is de bloeitijd iets later; als P.pádus bijna is uitgebloeid, begint de bloeitijd van P. virginiána.
Jonge twijgen kaal; bladeren aan tot 2 cm lange geklierde bladstelen, 5-12 cm lang, breed-elliptisch of eivormig, met afgeronde bladvoet en spitse, soms toegespitste top, bladrand fijn gezaagd, bovenzijde iets ruw, met ingezonken nerven, matglanzend, onderzijde grijs of iets blauw-groen, kaal. Bloeit in Mei met witte bloemen in tot 15 cm lange afstaande trossen; bloemen 8-10 mm breed; vruchten tot 8 mm lang, donkerpurper, bijna zwart, met gladde binnenschaal.