Zoete kers Europa; 20 m.
Synoniem: Cérasus ávium MOENCH.
In tegenstelling met de vorige soort is de zoete kers een lichteisende boom, die in geheel Europa voorkomt;
het liefst op een zonnige standplaats, waar de bodem vruchtbaar en kalkrijk is. Ook de groeiwijze is zeer verschillend, want hij vormt een vrij hoge boom met een brede, onregelmatige kroon, de takken afstaand of opgaand groeiend, zelden hangend. Bij jonge bomen zijn stam en takken glanzend rood-bruin, de laatste met vrij grote, lichtbruine lenticellen; later de schors in dwarse strepen af bladerend, terwijl bij oude bomen de schors van de stam donkergrijs gekleurd is. Het kernhout is licht geel-bruin en zeer gezocht voor de meubelindustrie.
De soort wordt als onderstam gebruikt voor alle variëteiten, en vormen van Prúnus cérasus en P.ávium met inbegrip der vele vormen, die voor de fruitcultuur worden gekweekt, maar met uitzondering van de morellen, die op P. máhaleb worden veredeld. Bij ons is deze onderstam bekend als Limburgse boskriek. Prúnus ávium heeft de volgende kenmerken:
Knoppen glanzend bruin, veelschubbig, spits eivormig; bladeren aan tot 7 cm lange bladstelen, welke met 1-2 rode klieren zijn bezet, 6-15 cm lang, meestal eivormig-ovaal, top spits of toegespitst, bladrand scherp gezaagd, bovenzijde dofgroen, kaal, onderzijde iets lichter, zacht behaard.
Bloeitijd April-Mei in schermvormige bundels, deze ongesteeld en omgeven door opstaande knopschubben zonder blaadjes, de binnenste iets teruggeslagen;
bloemen tot 3,5 cm in diameter, wit, gaafrandige kelkbladen en bijna ronde kroonbladen; vruchten tot 1,5 cm in diameter, donkerrood met grote bijna ronde, gladde pit; bij cultuurvormen tot 3,5 cm in diameter.
P.a. var. pléna C,S., synoniem: P.a. var. flóre-pléno HORT., Cérasus a. var. múltiplex SER., heeft goed gevulde, zuiverwitte bloemen. In tegenstelling met de dubbelbloemige morel, P. cérasus var. pléna L., wordt dit een vrij hoge boom met zeer brede kroon, in bloei zeker een van onze mooiste sierkersen, die ook voor beplanting van straten of lanen in aanmerking komt.
P.a. var. decumána C.S., synoniem: P.macrophýlla POIR., is zeer opvallend door de zeer grote, matglanzend donkergroene, hangende bladeren, bloemen in kleine bundels, sporadisch vruchten dragend.
P.a. var. durácina W. KOCH is de Bigarreau of Spaanse kers, waarvan vele vormen in cultuur zijn met meestal lichtgekleurd, hard vruchtvlees.