Amandel W.-Azië; 8 m.
Synoniem: P.commúnis ARCANG. non HUDS., Amýgdalus communis L..
De gewone amandel wordt bij ons weinig gekweekt, soms als zaailing geïmporteerd voor onderstam der gevuldbloemige variëteiten, hoewel deze beter op de kroospruim kunnen worden veredeld. Het wordt een kleine boom of hoge struik met olijfgroene, aan de zonzijde iets bruin getinte, geheel kale twijgen, glanzend groene, lang-elliptische bladeren, in April zeer rijk bloeiend met tamelijk grote, lichtrose bloemen, opgevolgd wordend door viltig behaarde vruchten, welke in September rijp zijn en openspringen.
Bladsteel tot 2,5 cm lang, geklierd; bladeren 7-12 cm lang, top lang gepunt, bladvoet meestal wigvormig toelopend, bladrand fijn gezaagd. Bloemen tot 3,5 cm in diameter, lichtrose, bij het afbloeien bleekrose of bijna wit, bijna zittend met rond-eivormige, aan de zoom behaarde kelkbladen; vruchten 5 cm lang, langwerpig-eirond, samengedrukt; pit bijna glad met putjes.
P.a. var. amára FocKE, de bittere amandel, onderscheidt zich van de soort door scherp gezaagde bladrand met iets afstaande tanden; zaden bitter smakend.
P.a. var. dúlcis KOEHNE, de zoete amandel, heeft wat kleinere en dichter bijeenzittende bladeren; zaden zoetsmakend.
P.a. var. macrocárpa BEAN, de grootvruchtige amandel, waarvan enkele vormen in Frankrijk worden gekweekt.
Bladeren groter dan bij de soort, iets grijs getint;
bloemen lichtrose, ook groter dan bij de soort, met breedovale kroonbladenen vóór de bladontwikkeling; vruchten tot 7 cm lang.
P.a. var. frágilis FOCKE bloeit gelijk met de bladontwikkeling; kroonbladen zeer breed en aan de top duidelijk uitgerand; vruchten met minder harde pit;
zaden zoet.
P.a. var. péndula BEAN; takken hangend; bladeren smaller dan bij de soort.
P.a. var. purpúrea REHD.; hoog opgroeiende struik, zeer rijkbloeiend met purperrose enkele bloemen;
kelkbuis bruin-rood getint.
P.a. var. álbo-pléna REHD. wordt tot 2 m hoog en bloeit met goed gevulde zuiverwitte bloemen.
P.a. var. róseo-pléna REHD. bloeit met halfgevulde helderrose bloemen. De laatste drie variëteiten verlangen een zonnige beschutte standplaats.