Bos kamperfoelie Europa, Kl.-Azië.
Synoniem: Periclýmenum vulgáre MILL..
Sterk groeiende klimplant, bij ons in het wild of verwilderd voorkomend in bosranden of kreupelhout, met geheel kale, aan de zonzijde iets bruin getinte, gladde, holle twijgen.
Bladeren alle afzonderlijk, ook onder de bloeiwijze niet vergroeid, kort gesteeld, 6-10 cm lang, 3-5 cm breed, soms aan de top der twijgen zittend, bovenzijde matglanzend donkergroen, onderzijde blauw-groen, kaal. Bloeit Juni-Augustus met lichtgele aan de buitenzijde rose-rood aangelopen, sterk riekende bloemen in meerdere kransen bijeen aan einde der twijgen; bloemen 4-5 cm lang, 2-lippig; onderlip teruggeslagen, bovenlip 4-lobbig, iets teruggerold; vruchten koraalrood.
L.p. var. serótina AIT. bloeit zeer laat met rode, aan binnenzijde geel gekleurde bloemen.
L.p. var. bélgica AIT. groeit niet zo vlug als de soort;
bloemen purperrood, aan binnenzijde min of meer geel.