Gepubliceerd op 19-03-2019

Lonicéra nítida WILS

betekenis & definitie

W.-China; 2 m.

Eveneens groenblijvende struik, meer opgaand groeiend met meer in bogen overhangende takken, kleine, lang-eivormige, iets lederachtige, glanzend groene bladeren, in Mei bloeiend met kleine, geel-witte bloemen, opgevolgd wordend door erwtgrote violet-blauwe vruchten.

Twijgen dicht behaard, eerst iets bruin getint, later grijs, blijvend behaard; bladeren zeer kort gesteeld, 6-12 mm lang, 5-7 mm breed, bovenzijde glanzend frisgroen, onderzijde lichtgroen, spaarzaam langs nerven behaard. Bloemen 8-10 mm lang, met korte buis, zwak riekend; vruchten 5-7 mm lang, bijna rond.

Lonicéra nítida verlangt een zeer beschutte standplaats; wordt in Engeland, de laatste jaren ook bij ons, geplant voor laag blijvende hagen. Mijns inziens is deze soort voor dat doel minder geschikt, daar bij strenge vorst de planten soms gedeeltelijk bevriezen.

< >