Gepubliceerd op 14-03-2019

Júglans nígra L

betekenis & definitie

Zwarte noot O. N.-Amerika; 30-45 m.

Voor de tuinarchitect en voor de bosbouwer is deze boom van zeer grote waarde; als alleenstaande boom door de vorm van de kroon en zijn frisgroene, geveerde bladeren zeer karakteristiek, doch ook om zijn houtwaarde (am. notenhout) zeer gezocht. In Nebraska, Michigan en Minnesota zijn van deze soort bestanden bekend, waarvan de bomen een hoogte van 40-45 m, de stammen een diameter van 2,5-3 m benaderen.

Vrijstaand vormt J. nígra een breed vertakte kroon; de schors is donkergrijs, enigszins schubbig, op oude leeftijd ruwspletig. Twijgen bruin-geel, dicht klierachtig behaard; meerjarige takken grijs en glad met verspreid staande lenticellen. Bladsteel en spil kort behaard; bladeren meestal met 12-24 blaadjes, deze 10—15 cm lang en 4-5 cm breed, bovenzijde heldergroen, onderzijde lichtgroen en kort behaard, lang-lancetvormig en lang toegespitst. Bloeit tijdens de bladontwikkeling; ♂ bloemen in 5-10 cm lange katjes; ♀ bloemen 1-4 bijeen. De buitenschaal der vrucht is geel-groen, later donkerbruin, de binnenschaal eirond, zwartbruin en gegroefd.

< >