Gepubliceerd op 19-03-2019

Fráxinus holótricha KOEHNE

betekenis & definitie

Tot 10 m hoog wordende, tamelijk breed uitgroeiende boom van onbekende afkomst, met dicht behaarde twijgen, bladstelen en bladeren; bij ons alleen in kleine exemplaren voorkomend. Twijgen groen, dicht grijs behaard, later kaal en zwart wordend.

Knoppen bruin; hoofdbladsteel iets gegroefd, aan de voet nauwelijks verbreed, behaard. Bladeren ruim 25 cm lang, met 4-6 paar zittende blaadjes;

deze 4-7 cm lang, lancetvormig, meestal naar beide zijden puntig toelopend, rand gezaagd, met tamelijk grote, naar de top gerichte tanden, eerst aan beide zijden kort grijs behaard, later bovenzijde kaal of zeer spaarzaam behaard, onderzijde blijvend kort stijf behaard langs de hoofdnerf en bij de bladvoet. Vruchten onbekend.

< >