Gepubliceerd op 19-03-2019

Fontanésia phillyreoídes LABILL

betekenis & definitie

Kl.-Azië; 3 m.

In tegenstelling met voorgaande soort, heeft deze een meer gedrongen groeiwijze, met dunnere, sterker vertakte, kantige, grijze twijgen, een dichte struik vormend. Bladeren 2,5-7 cm lang, zeer kort gesteeld, elliptisch of ei-lancetvormig, vaak met breed-wigvormig toelopende bladvoet, top puntig toelopend, rand fijn gekarteld, bovenzijde donker- of iets grijsgroen, glad aanvoelend, onderzijde iets lichter, geheel kaal.

Bloeit in Juli als voorgaande soort, doch bloemen met langere meeldraden, iets grotere helmhokjes;

vrucht als bij voorgaande soort.

< >