Groenblijvende struiken met glanzend groene schijnbladeren; bloemen klein, geel-groen, in eindstandige, kleine trossen; bloemsteel vrij, niet met het schijnblad vergroeid; vrucht een kleine, ronde bes, 1-, soms 2-zadig.
Het geslacht Danae wordt soms onder het geslacht Rúscus gerangschikt doch het verschil is tijdens de bloei duidelijk zichtbaar. Rúscus bloeit midden op het schijnblad, waarmee de bloemsteel is vergroeid;
Danae bloeit met vrijstaande bloemstelen aan het einde der twijgen. Overigens gelijken zij in groeiwijze en bladvorm zeer veel op elkaar; Danae heeft echter meer rechtop groeiende twijgen, terwijl de schijnbladeren gewoonlijk groter en glanzend groen zijn. Evenals Rúscus kweekt men ook Danae door scheuren; zij verlangt een zeer beschutte standplaats en moet liefst in de koude bak overwinteren.