Gepubliceerd op 15-03-2019

Córnus mas L

betekenis & definitie

Gewone of eetbare kornoelje M. en Z. Europa; 3-8 m.

Synoniem; C.máscula HORT..

Een van de meest voorkomende soorten, bij ons in het wild (en verwilderd) in Z.-Limburg voorkomend langs bosranden, een hoge struik of kleine boom met groene, aan de top 4-kantige twijgen, een dichte kroon vormend. Oudere bomen hebben vaak een dikke, korte stam met grijze, in kleine schubben afbladerende schors en zeer brede, schermvormige kroon. In de winter zijn de talrijke, ronde, veelschubbige bloemknoppen duidelijk zichtbaar, waaruit in Februari-Maart de zeer kleine, gele bloemen in kort gesteelde schermen te voorschijn komen; deze zijn voor het grootste deel mannelijk, terwijl de schermen omgeven zijn door kleine, gele schutblaadjes.

Twijgen aan de top aanliggend behaard, groen, later kaal; bladeren 5-8 cm lang, eirond, aan 6-12 mm lange bladstelen, met spitse tot toegespitste top, meestal afgeronde bladvoet, 3-5 paar zijnerven, bovenzijde glanzend donkergroen, onderzijde iets lichter, aanliggend behaard. Bloemen 4-tallig, in kleine schermen, eindstandig en aan vorig jaar gevormde twijgen; vrucht ongeveer 1,5 cm lang, rood, hangend, wrang-zuur smakend.

C.m.var.variegáta LOUD., langzaam groeiende struik met witgerande bladeren.
C.m.var.aúrea SCHELLE heeft deels geel gevlekte, deels geel gerande bladeren.

< >