Z.-Amerika; 50 cm.
Deze laagblijvende, uit Chili afkomstige Bérberis, komt jammer genoeg nog zeer weinig in onze tuinen voor; het is een fraaie, los groeiende struik met sterk afstaande twijgen, soms kruipend. Jonge twijgen grijsbruin, iets behaard, later donkerbruin of grijs, met enkelvoudige tot 3-delige bladdorens bezet. Bladeren ongeveer 6 mm lang, naaldvormig, scherp gepunt, bladrand tot het midden omgebogen; bloemen alleenstaande of 2 bijeen, ongeveer 6 mm diameter, goudgeel gekleurd; vruchten bijna even groot, blauw-zwart.