Altijd groenblijvende struiken of bomen, met enkelvoudige gaafrandige of getande bladeren, vaak aan het einde der twijgen opeengehoopt; bloemen in eind- of okselstandige trossen of pluimen; bloemkroon radvormig, 5-, zelden 4- of 6-delig; kelk 4-6-delig, klein en blijvend; meeldraden 5, met de kroonbladen vergroeid, met zeer korte helmdradenen grote opstaande helmhokjes; vrucht een 1-zadige bes, met lederachtige binnenschaal.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk