Ardísia SWARTZ
Altijd groenblijvende struiken of bomen, met enkelvoudige gaafrandige of getande bladeren, vaak aan het einde der twijgen opeengehoopt; bloemen in eind- of okselstandige trossen of pluimen; bloemkroon radvormig, 5-, zelden 4- of 6-delig; kelk 4-6-delig, klein en blijvend; meeldraden 5, met de kroonbladen vergroeid, met zeer korte helmdradenen grote...