Guyanees schrijver, *24.3.1921 New Amsterdam. Harris studeerde te Georgetown en reisde van 1955-58 als landmeter door de binnenlanden van Guyana.
In die tijd leerde hij de Caribische mythen grondig kennen. In 1970 werd hij docent aan de universiteit van Toronto en in 1971 te Leeds. Harris behandelt in zijn romans de kloof die voor een Westindiër bestaat tussen zijn Indiaanse oorsprong en de koloniale toestand waarin hij opgroeit. Hij hecht groot belang aan de mythen van zijn land om die kloof te kunnen overbruggen, zodat een Westindiër zijn basis terugvindt. Zijn werk is symbolisch; hij gebruikt elementen van het Guyanese landschap om verschillende aspecten van de menselijke persoonlijkheid te verbeelden. Werken: Palaceof thepeacock (1960), The far journey of Oudin (1961), The whole armour (1962), The secret ladder (1963), The eye of the scarecrow (1965), Ascent to Omai (1970), The age of the rammakers (1971).Litt. C.L.James, W.Harris (1966); W.Walsh, A mainfold voice (1970).