Gepubliceerd op 05-06-2021

Militair oefenterrein

betekenis & definitie

speciaal daartoe aangewezen terrein, waarop het leger oefeningen houdt. Nederland bezit ca. 42000 ha oefenterrein, dat door historische oorzaak m.n. is gelegen in natuurgebieden (heideterreinen en stuifzanden).

De enige gronden die vroeger aan het leger werden toegewezen, waren nl. woeste gronden. Enerzijds werden in de 20e eeuw woeste gronden schaars, anderzijds vond er een herwaardering plaats, waardoor woeste gronden ‘natuurgebieden’ werden. Er groeide dan ook protest tegen het gebruik van natuurgebieden als oefenterrein, te meer daar de schade aan de gebieden door de mechanisering van het leger (rupsvoertuigen) toenam.Het leger heeft behoefte aan verschillende typen oefenterrein, elk met eigen gevolgen voor natuur en eigen mogelijkheden voor het toekennen van nevenfuncties (recreatiegebied, natuurterrein). Naast terreinen voor individuele opleidingen (kazerneterreinen e.d.) zijn terreinen nodig voor oefeningen op pelotonniveau (minimaal 250 ha), compagnieniveau (minimaal 1000 ha) en bataljonniveau (minimaal 3000 ha). Vooral van de laatste twee zijn er volgens het Ministerie van Defensie te weinig in Nederland (er wordt nu geoefend in de BRD). Zij claimt dan ook terreinen in de Marnewaard (Lauwersmeer) en in de misschien nog droog te leggen Markerwaard. Naast oefenterreinen zijn er ook schietbanen nodig. Er zijn twee grote op de Veluwe (Harskamp en ’t Harde) en voor vliegtuigen op de waddeneilanden (Vliehors, Noordsvaarder).

Een oefenterrein kan bestaan uit een aantal onderdelen. Een ‘free-for-all’-deel, waarop alle militaire handelingen met alle typen voertuigen zijn toegestaan. Om het terrein het hele jaar door bruikbaar te houden, vinden uitgebreide cultuurtechnische werken plaats (drainage, ontwatering). De effecten hiervan zijn ook in de omgeving merkbaar en leiden tot het verdwijnen van de oorspronkelijke flora en fauna. De nieuwe beplanting dient m.n. een militair doel. In een ander deel van een oefenterrein wordt door voertuigen geoefend op zandbanen. Tussen de kaalgereden zandbanen wordt de vegetatie kort gehouden, maar b.v. heide weet zich onder die omstandigheden goed te handhaven. Gebleken is dat intensieve recreatie in die terreinen meer schade aanricht dan de oefeningen. Deze terreinen krijgen vaak een recreatieve nevenfunctie. Daarnaast zijn er oefengebieden die dienen voor oefeningen te voet (en voor bivak en het graven van schuttersputjes). Als hier verder geen recreatie wordt toegelaten, ontwikkelen deze terreinen zich dikwijls tot rustgebieden voor vogels en wild.

Op schietbanen vindt op de plaatsen waar de schutters en de doelen staan opgesteld, verstoring van flora en fauna plaats, maar doordat de schietbanen niet voor het publiek zijn opengesteld, ontwikkelen de tussengelegen delen en de terreindelen achter de kogelvangers zich juist vaak als rustgebieden. Over de effecten van de schietbanen op de waddeneilanden op de vogelpopulatie is weinig bekend. Het lijkt erop dat de vogels een zekere gewenning vertonen en dat intensieve recreatie meer verstoring veroorzaakt. Zeker is dat de schietoefeningen geluidsoverlast veroorzaken. België bezit grote oefenterreinen bij Elsenborn (227 ha), Leopoldsburg (het Kamp van Beverlo, ca. 5300 ha), Nieuwpoort (het Kamp Lombardsijde, 152 ha), Aarlen (het militaire domein van Lagland-Aarlen, 2800 ha) en Marche-en-Famenne (2800 ha). Deze terreinen blijken zeer waardevolle natuurgebieden te zijn, doordat nadelige invloeden zoals wegenbouw, industrialisatie, moderne landbouw (m.n. ontwatering en grote mestdosering) achterwege blijven. Toch hebben ook deze terreinen te lijden van de sterker wordende druk van oefeningen en het recreatief medegebruik.

M.n. motor- en jeep-crossers en ruiters, maar ook wandelaars laten rommel achter en betreden verboden zones waardoor zij daar schade aanrichten. Het Limburgs Studiecentrum voor Toegepaste Ecologie (LISEC) heeft de oefenterreinen in Belg. Limburg onderzocht. Deze terreinen bestaan grotendeels uit heidevelden (bij elkaar ca. 9000 ha), die in de Kempen verder vrijwel geheel zijn verdwenen. Zij vervullen dan ook een belangrijke functie bij het behoud van een aantal zeldzame plante- en diersoorten die in deze biotopen thuishoren. Doordat er op de oefenterreinen geen behoefte is aan intensieve ontwatering, konden daar gave beekdalen, zoals van de Zwarte Beek, gespaard blijven. Ook de vogelstand op de terreinen is bijzonder groot. Op het terrein van het Militaire Kamp van Beverlo bij Leopoldsburg broeden b.v. 114 soorten vogels, waaronder zeer zeldzame zoals goudplevier, grauwe kiekendief en duinpieper. Het terrein is ook van belang als pleisterplaats voor trekvogels, m.n. kraanvogels. De militaire overheid beheert de terreinen primair als oefenterrein, maar verleent wel haar medewerking aan het natuurbehoud, zo kregen natuurbeschermingsorganisaties als de Wielewaal en de Belg. Natuur- en Vogelreservaten toestemming bepaalde beheerswerken, zoals het maaien van verruigde graslanden en het plaggen van vochtige heide, uit te voeren.

< >