Gepubliceerd op 17-01-2021

Chiropraxie

betekenis & definitie

(chiropractie) [<Gr. cheir, hand;prattein, handelen], v., vorm van alternatieve geneeskunde, die gedeeltelijke ontwrichting van wervelkolomsegmenten als de voornaamste oorzaak van verschillende aandoeningen ziet, en zich dienovereenkomstig vooral richt op de behandeling van de wervelkolom.

© Een vorm van chiropraxie werd ca.3000 v.C. al door de Egyptenaren beoefend. De Griekse arts Hippokrates (ca.460 v.C.-ca.377 v.C.) beschreef deze therapie, die tot de tweede eeuw n.C. werd toegepast. In het midden van de 19e eeuw kreeg de methode opnieuw belangstelling en wel onder de naam osteopathie. De promotor, de Amerikaan A.T.Still, ging van de veronderstelling uit dat elke aandoening het gevolg is van bloedvatafklemming door skeletdelen, waardoor het stroomgebied van dat bloedvat een verminderd weerstandsvermogen kreeg, zodat daar gemakkelijk een of andere aandoening kon optreden. De eigenlijke chiropraxie ontstond aan het eind van de 19e eeuw, toen D.D.Palmer zieken begon te behandelen door manipulatie van de wervels. Hij ging uit van de veronderstelling dat bij het ontstaan van allerlei aandoeningen beknelde zenuwen een rol speelden.

Als hoofdoorzaak van zenuwbeklemming zag hij gedeeltelijke ontwrichting (subluxatie) van wervels. Verder beschouwde hij de rechtopgaande gang van de mens als in wezen schadelijk. De meeste organen van het menselijk lichaam oefenen bij rechtopgaande gang een trekkracht uit op de wervelkolom; het gehele lichaamsgewicht moet door de benen en de voeten gedragen worden. Verkrommingen en verdraaiingen van de wervelkolom zijn het gevolg. Ook is het menselijk lichaam voor het verrichten van zware lichamelijke arbeid bepaald niet optimaal toegerust. Ondeugdelijk schoeisel en voor velen een overwegend zittend leven werken ook mee aan het ontstaan van pathologische veranderingen.

De typische manipulaties in de chiropraxie omvatten:

1. het uitoefenen van plaatselijke druk- of trekkracht op gewrichten;
2. het (onder narcose) uitoefenen van druk èn tegendruk;
3. het overrekken van een gewricht dat men daarna snel terug laat springen in de juiste stand.

Omdat men het skelet als één functioneel geheel wil beoordelen, is een speciale röntgenologische techniek ontwikkeld om grote foto’s (30 cm x 90 cm) te kunnen maken, uiteraard van staande patiënten. Geneesmiddelen worden niet gebruikt. Toepassingsgebieden zijn o.a. migrainehoofdpijn, duizeligheid, zenuwpijn, rugklachten, houdingsafwijkingen.

< >