Duits schrijver en journalist, *20.1.1921 Berlijn. Engelmann was in de Tweede Wereldoorlog actief in het Duitse verzet.
In 1944 werd hij door de Gestapo gearresteerd. Tot 1945 verbleef hij in de concentratiekampen Flossenbürg en Dachau. Hij studeerde nieuwste geschiedenis, Engels, Frans, sociologie en internationaal recht te Keulen, Genève en Parijs. Van 1948—54 werkte hij bij Der Spiegel en vervolgens voor de televisieafdeling van de NDR (Norddeutsche Rundfunk). Vanaf 1972 is hij vice-voorzitter van de PEN-Club en in 1977 werd hij voorzitter van het Verband deutscher Schriftsteller. Als sociaal en politiek geëngageerd auteur publiceerde Engelmann wetenschappelijke en populair-wetenschappelijke werken met een duidelijk progressief-linkse stellingname.
Hij ageerde fel tegen het feit dat voormalige nazi’s weer hoge posten bekleedden in de bondsrepubliek. Werken: Meine Freunde, die Millionäre (1961), Das eigene Nest (1965), Meine Freunde, die Manager (1966), Die Macht am Rhein (2 dln. 1968), Krupp — Legenden und Wirklichkeit (1968), Deutschland ohne Juden, eine Bilanz (1970), Das Reich zerfiel, die Reichen blieben (1972); trilogie: Wir Untertanen (1974), Einig gegen Recht und Freiheit (1975), Wie wir wurden, was wir sind (1980), Trotz alledem. Deutsche Radikale 1777-1977 (1977), Hotel Bilderberg (1977) , Preussen. Land der unbegrenzten Möglichkeiten (1979).
